Ondersteuning op het ESC

Document Ondersteuning Esc

Ondersteuning op het ESC

Op het Edith Stein College vinden wij het belangrijk om veel persoonlijke aandacht te hebben voor onze leerlingen.

Onze leerlingen hebben verschillende vakdocenten, die allemaal aandacht hebben voor de leerling. In eerste instantie op cognitief gebied, dus hoe het gaat met het leren en hun prestaties, maar ook het welbevinden wordt gemonitord. Het onderwijs ondersteunend personeel krijgt veel mee van de leerlingen via de vakdocenten en heeft regelmatig contact met de coördinator Passend Onderwijs over de leerlingen.

Mentor

Elke klas heeft een eigen mentor, die het belangrijkste aanspreekpunt is voor leerlingen en ouders/verzorgers. Het mentoraat richt zich voornamelijk op de resultaten en het welbevinden van de leerlingen, de groepsdynamica binnen de klas, de algemene studievaardigheden en het contact met de ouders/verzorgers.

Leerlingcoördinator & afdelingsleider

Mocht de leerling een vraag hebben, waar de mentor niet gelijk een antwoord op heeft, dan kan de mentor terecht bij de leerlingcoördinator en/of de afdelingsleider die het overzicht van de gehele jaarlaag bewaken

LOT

De mentor kan in samenspraak met de leerlingcoördinator of afdelingsleider ook het LOT, het leerlingondersteuningsteam, inschakelen. Zij kan zowel intern als extern onderzoeken wat het juiste ondersteuningsaanbod is voor de leerling. Het LOT bestaat uit een coördinator Passend Onderwijs (COPA) en twee leerlingbegeleiders. Een leerling aanmelden bij het leerlingondersteuningsteam verloopt altijd via de mentor en leerlingcoördinator (of afdelingsleider0. 

De contactgegevens zijn als volgt:
Coördinator Passend Onderwijs: 
Lillian van Doorn l.vandoorn@edithsteincollege.nl
Leerlingebegeleiders: 

Suzanne Rijsdijk s.rijsdijk@edithsteincol lege.nl 
Amel Nasri a.nasri@edithsteincollege.nl

Het LOT heeft ook een algemeen e-mailadres: Leerlingondersteuningsteam@edithsteincollege.nl

Decaan

De decaan verzorgt de loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB). Deze krijgen onder meer vorm in profielkeuzelessen, groepsgesprekken met leerlingen en individuele gesprekken. De schooldecanen, meneer van der Laan (mavo), mevrouw Westendorp (havo), mevrouw Meesman (vwo) en meneer Mulders (ISK) verstrekken informatie en begeleiden de leerlingen bij het keuzeproces voor studierichtingen, profielen, sectoren en vervolgopleidingen. Bovendien krijgen alle leerlingen aan het eind van het tweede leerjaar een advies voor hun verdere loopbaan op school. Dit advies wordt gegeven door de docenten en de decanen.

Zicht op de leerling

Leerlingvolgsysteem

Alle relevante gegevens van en over leerlingen, zoals cijfers, gespreksverslagen en brieven, worden in het leerlingvolgsysteem (LVS) van het programma Magister bewaard. Deze gegevens zijn afgeschermd. Ze zijn in te zien door de functionarissen van de school en ook door de ouders/verzorgers en de leerling zelf.

Leerlingbesprekingen en klassenbesprekingen 

Aan het begin van het schooljaar en na de kerstvakantie vindt er binnen het lesgevende team van een klas een leerlingbespreking plaats, waarin het welbevinden en de onderwijs- en ondersteuningsbehoeften van de leerlingen centraal staan. Ook worden er in periode 1 klassenbesprekingen gehouden, die ingaan op de groepsdynamiek binnen een klas.

Hulp gewenst!

Voor leerlingen die dat nodig hebben is er de mogelijkheid om op allerlei manieren extra ondersteund te worden, ook als ze moeite hebben met een bepaald vak. Zie de hieronder voor de verschillende mogelijkheden en het proces van aanmelden. 

Onderwijskundige begeleiding

Op het Edith Stein College zitten veel anderstalige leerlingen. Dit komt mede door de internationale gemeenschap, die vanuit onze ISK-afdeling doorstroomt naar het reguliere onderwijs. Leerlingen die Nederlands als tweede (of derde) taal hebben, of leerlingen van wie de thuistaal minder aansluit bij het taalgebruik op school, hebben vaak wat extra vaardigheden nodig om zich voldoende te kunnen uitdrukken in de Nederlandse taal.

Om ervoor te zorgen dat onze leerlingen de best mogelijke kansen krijgen om zich te ontwikkelen, is het belangrijk dat we gebruik maken van de taal. Door taalgerichte lessen te ontwerpen krijgen leerlingen namelijk de mogelijkheid om én hun taal én hun kennis en vaardigheden ontwikkelen. Zo krijgen zij in elke les de kans om via vakkennis en vakvaardigheden hun taal verder te ontwikkelen en omgekeerd.

Al onze leerlingen worden in de eerste drie jaar dat ze op het Edith Stein College zitten gescreend op hun taal- en rekenvaardigheden aan de hand van de CITO-VAS toets. Als een leerling niet scoort op het niveau waar hij of zij op dat moment onderwijs in volgt, wordt er een extra taal- of rekenmodule aangeboden onder leiding van een RT’er of een rekendocent.

In de RT-lessen is er extra aandacht voor de unieke leerbehoeften van de leerling op het gebied van rekenen, lezen, spelling en begrijpend lezen, of van een bepaald vakgebied. Wanneer een leerling een leerachterstand heeft of problemen met bijvoorbeeld concentreren of omgang met anderen, bieden de RT-lessen ook uitkomst.

Heeft de school het vermoeden dat een leerling dyslexie heeft, dan wordt de leerling gekoppeld aan onze externe partner. Dit doen wij pas nadat wij zelf een externe screening hebben gedaan. Als de leerling al een dyslexieverklaring in zijn of haar bezit heeft, dan kan er beroep worden gedaan op het dyslexieprotocol. Een leerling heeft recht op tien minuten extra tijd per 50 minuten en, indien gewenst, mag de leerling het werk op de laptop maken.

Sociaal-emotionele begeleiding

Faalangstreductieprogramma

Twee keer per jaar biedt Edith Stein College een faalangstreductieprogramma aan voor leerlingen die dit nodig hebben. Voor examenkandidaten is er een apart programma. Indien nodig kunnen wij ook een individueel programma aanbieden aan leerlingen. De eerste groep start in november en de tweede groep in maart.

Rouwverwerking

Als een leerling een naaste verliest op een jonge leeftijd, heeft dit een grote impact op iemands leven. Wij bieden waar nodig een rouwverwerkingstraining aan. Dit kan zowel individueel als in groepsverband zijn.

Sociale vaardigheidstraining

In de brugklas kunnen leerlingen een cursus sociale vaardigheden volgen als zij moeite hebben met bijvoorbeeld voor zichzelf opkomen, contact maken met anderen en leren omgaan met commentaar. Deze cursus is bedoeld als steuntje in de rug voor de leerlingen. De training bestaat uit acht bijeenkomsten.

Happy lessen

Happyles is een lesprogramma, waarbij jongeren werken aan hun geluk en hun mentale gezondheid. Dit is belangrijk, omdat uit onderzoek blijkt dat er jongeren zijn die niet (altijd) lekker in hun vel zitten. Het lesprogramma bestaat uit vier lessen en wordt in de middenbouw aangeboden.

Veilig schoolklimaat

Het Edith Stein College hecht bijzonder grote waarde aan de veiligheid op de locatie. Vanuit onze kernwaarden staan wij als school voor een plezierig, respectvol, veilig en gezond werk- en leerklimaat. Iedereen is dan ook verantwoordelijk voor goede omgangsvormen.

Desondanks kunnen leerlingen en medewerkers in aanraking komen met gedrag van anderen dat zij als ongewenst ervaren.

Grensoverschrijdend gedrag is een breed begrip waar agressie, geweld, pesten, (seksuele) intimidatie, treiteren en discriminatie onder vallen. Op onze school is hier absoluut geen ruimte voor en op alle niveaus dragen wij deze boodschap uit.

Wij zien het als belangrijke opdracht om bij vermeend grensoverschrijdend gedrag zo adequaat mogelijk te handelen volgens het protocol sociale veiligheid of via het anti-pest protocol.

Vertrouwenspersoon

Met een klacht kunnen leerlingen terecht bij de mentor of bij de contactpersoon vertrouwenspersoon. Deze zal er alles aan doen om de leerling weer een gevoel van veiligheid te geven. De contactpersoon vertrouwenspersoon voor leerlingen binnen het Edith Stein College is meneer J. van der Laan. 

Naast de inzet van personeel tijdens pauzes, staan er ook veiligheidscamera’s opgesteld rond het gebouw. Hier gaat een preventieve werking van uit.
Aan de leerlingen wordt gevraagd om mee te denken over op welke manier de veiligheid verbeterd kan worden.

Tevens is er een GSA (Gender & Sexuality Alliance) netwerk bij ons op school aanwezig.
Wanneer er een incident van grensoverschrijdend gedrag heeft voorgedaan wordt door de school, afhankelijk van de situatie, een keuze gemaakt welke stap er wordt gezet. Een situatie kan dermate ernstig zijn dat de school direct overgaat tot schorsing en/of verwijdering of inschakelen van onze wijkagent. Indien noodzakelijk maakt de school ook gebruik van de meldcode.

Begeleiding op maat

De scholen binnen het SWV Zuid Holland West hebben gezamenlijk afspraken gemaakt over het ondersteuningsaanbod van de scholen. Deze afspraken moeten ertoe leiden dat er voor elke leerling een passende school is, die de noodzakelijke ondersteuning kan bieden.

Alle scholen moeten een ondersteuningsprofiel opstellen dat weergeeft welke mogelijkheden een school heeft voor de ondersteuning van leerlingen met uiteenlopende onderwijsbehoeften. Ouders van basisschoolleerlingen kunnen kennisnemen van wat de verschillende scholen in de regio op het gebied van onderwijs en ondersteuning aanbieden.

Als een leerling behoefte heeft aan een extra onderwijsarrangement dan kunnen wij als school onderzoeken of wij dit kunnen aanbieden. De mate van haalbaarheid voor de organisatie en het vooruitzicht van het slagen van dit traject zijn cruciale factoren om een arrangement toe te kennen.

Organisatie zorg

De zorg aan leerlingen is onderverdeeld in 4 fases. De afdelingsleiders worden verantwoordelijk gesteld voor de leerlingbesprekingen met de mentor. Wanneer er tijdens een bespreking naar voren komt dat er meer ondersteuning nodig is, wordt het zorgteam ingeschakeld.

Tijdens de leerlingbespreking wordt er besproken hoe het gaat met de individuele leerling in de klas, gedrag, welbevinden, cijfers en aanwezigheid, betrokkenheid van ouders en eventueel externen. Naast de individuele leerlingen wordt ook het groepsproces besproken en hoe dit gaat bij de verschillende docenten. De coördinator ondersteunt de mentor en helpt de grenzen aan te geven. 

Leerlingbesprekingen dienen ertoe om de (nieuwe) fase waarin de ll. zich bevindt vast te stellen, een actieplan te maken of een eerder gemaakt actieplan te toetsen en eventueel bij te stellen. Hierbij is de afdelingsleider de procesbewaker. De mentor is verantwoordelijk voor het maken en volgen van het actieplan en het registreren van informatie over de ll. Ook is de mentor verantwoordelijk om de ouders bij het vaststellen van het actieplan te betrekken.

FASE 1 BASISFASE:

De mentor bewaakt het proces. De mentor heeft individuele (kennismakings-)gesprekjes met de leerling. Opvallende leerlingen (gedrag of naar aanleiding van achtergrondinfo) verdienen voorrang bij het kennismakingsgesprek. Indien er bijzonderheden zijn worden ook de ouders uitgenodigd voor een gesprek. Hierbij kan je denken aan:

  • Medische aandoeningen;
  • Een opvallende thuissituatie;
  • Afspraken die in het jaar ervoor gemaakt zijn voortzetten.

Registratie in Magister:

  • Bij de brugklassen wordt gebruik gemaakt van het leerlingprofiel om algemene informatie in kwijt te kunnen. In andere klassen kan dit aangevuld worden.
  • Oudercontacten bij notities.
  • Medische informatie: bij medisch. Informatie die bekend is bij aanmelding staat hier als het goed is al genoteerd. Er staat dan een sterretje achter.
  • De mentor of coach heeft leerlingbesprekingen met de afdelingsleider. Zij ondersteunen, geven tips en adviezen en bepalen of er meer ondersteuning nodig is. Ook het docententeam wordt betrokken.

Fase 3 individuele (interne) basis ondersteuning 

Wanneer de ondersteuning in fase 2 onvoldoende is, kan er naast de afspraken die er gemaakt zijn individuele ondersteuning geboden worden. Op basis van een uitgebreide analyse door betrokkene uit het zorgteam wordt in overleg met de coördinator passend onderwijs bepaald welke hulp ingezet gaat worden. 

Bij twijfel wordt het in het zorgteam of in het JES-overleg (consulent, SMW, coördinator) besproken. Te denken valt aan inzet individuele counseling, pluscoach, Onderwijs jeugdzorg, plusmaatje en SMW. Ouders en leerling worden hierbij betrokken. 

Registratie in Magister: 

“Deelname begeleiding” in het logboek. Ook dit is zichtbaar in het kwadrant. 

FASE 2 GEZAMENLIJKE AANPAK:

    Wanneer de basisaanpak onvoldoende oplevert kan het zorgteam ondersteuning bieden. Afdelingsleider en mentor leggen de ondersteuningsvraag in ieder geval ook per mail neer bij het zorgteam. Binnen het zorgteam wordt bepaald wie de ondersteuning kan bieden. Bij ondersteuning kan je denken aan:

    • Aansluiten bij een oudergesprek;
    • VPI-vragenlijst invullen samen met de mentor;
    • Een observatie in de klas om gedrag te verduidelijken. Het kan gaan om werkhouding, taakgerichtheid, communicatie tussen leerling en docent, tussen leerlingen of opvallend gedrag van een leerling wanneer er bijvoorbeeld gedacht wordt aan autisme of ADD;
    • Hulp bieden bij het maken van een actieplan;
    • Begeleiden van mentor/docent;
    • Nadat de stappen in fase 1 zijn gezet kan je direct aankloppen bij;
    • Extreem en opvallend verzuim;
    • Medische zaken waar de schoolarts bij betrokken moet worden;
    • Rouw en verlies en faalangst;
    • Dyslexie en andere leerproblemen;
    • Pesten/incidenten;
    • Migratieproblematiek.


    Registratie in Magister: 

    De gezamenlijke aanpak komt in het actieplan in het logboek, zodat het zichtbaar is in het kwadrant. Acties worden met de leerling samen besproken en opgesteld. Ouders worden op de hoogte gesteld van de begeleiding. 

    Fase 4 Intensieve (externe) extra ondersteuning en diepteondersteuning. 

    De basiszorg voldoet niet om een leerling voldoende te ondersteunen om hem/haar binnen school te houden. Het kan dan gaan om een extra ondersteuningsaanvraag of om plaatsing op een bovenschoolse voorziening (bv. OPDC, Stichting Talentontwikkeling, Steeds Voldoende of Westcoaching) of een cluster 2, 3 of 4 school (Diepteondersteuning). Samen met ouders en leerling wordt er gekeken wat nog mogelijk is en wat er ingezet moet worden. 

    Leerlingen worden altijd in het JES besproken met de consulent van het samenwerkingsverband en de schoolmaatschappelijk werker. De consulent adviseert ouders en school bij het aanvragen van extra ondersteuning. De coördinator passend onderwijs is verantwoordelijk.